In 2021 kwamen in Nederland 582 mensen om het leven door een verkeersongeval. Dat zijn 28 verkeersdoden minder dan in 2020 en het laagste aantal sinds 2015. Het aantal mensen dat verongelukte op de motor en de bromfiets nam toe, het aantal dodelijke slachtoffers op de fiets en in de auto verminderde. De meeste dodelijke verkeersslachtoffers vielen in Zuid-Holland en Gelderland. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over het aantal verkeersdoden.
In 2021 vielen 582
verkeersdoden bij verkeersongevallen, 28 (4,6 procent) minder dan in 2020. De afname is vooral te zien bij mannen. In 2021 kwamen 427 mannen om in het verkeer, 26 minder dan in 2020. In 2021 waren er onder vrouwen 155 verkeersdoden, in 2020 waren dat er 157. Vergeleken met 2000 is het aantal dodelijke slachtoffers van verkeersongevallen gehalveerd, ondanks de groei van de bevolking. In 2000 vielen 1 166 dodelijke slachtoffers in het verkeer, het aantal dodelijke verkeersslachtoffers nam tot 2013 geleidelijk af. Na 2013 nam het aantal verkeersdoden toe tot 678 in 2018.
Minder verkeersdoden in auto en op fiets
De meeste verkeersslachtoffers waren fietsers (207) en inzittenden van een personenauto (175). Onder de fietsdoden waren 80
e-bikers. Onder de verkeersdoden in de auto waren 137 bestuurders en 38 passagiers. Daarnaast overleden 52 motorrijders, 49
bromfietsers, 43 voetgangers en 32 bestuurders van een
scootmobiel. Vergeleken met 2020 kwamen er 22 minder fietsers om het leven door een verkeersongeval. Het aantal verkeersdoden onder inzittenden van een personenauto was in 2021 20 lager. Hiertegenover staat dat er onder motorrijders (+8) en bromfietsers (+16) meer verkeersdoden waren te betreuren.
Laagste aantal omgekomen autorijders in 20 jaar
Het verloop van het aantal verkeersdoden onder inzittenden van een personenauto is opvallend anders dan van fietsers. Tussen 2000 en 2021 daalde het aantal verkeersdoden in een personenauto van 543 in 2000 naar 175 in 2021, het laagste aantal in de laatste twee decennia. Sinds het jaar 2000 is het aantal verkeersslachtoffers onder fietsers redelijk stabiel. In 2021 was het aantal fietsdoden ruim een derde van alle verkeersdoden. Het aantal dodelijke fietsslachtoffers was het hoogst in 2000 (233) en het laagste in 2010 (162). Sinds 2020 is het aantal fietsdoden bijna 20 procent hoger dan het aantal autododen.
Helft verkeersdoden 60 jaar of ouder
De helft van de verkeersdoden was 60 jaar of ouder. Het aantal verkeersdoden in deze leeftijdsgroep nam wel af van 306 in 2020 naar 294 in 2021. Oudere dodelijke verkeersslachtoffers (60-plus) hebben relatief vaak een fietsongeval, terwijl verkeersslachtoffers jonger dan 60 jaar voornamelijk omkomen bij een auto-ongeluk.
Vooral fatale botsingen
De meeste fatale ongevallen (326, 56 procent) gebeurden door een botsing met een rijdend voertuig. De andere 256 verkeersdoden (44 procent) zijn omgekomen door een eenzijdig verkeersongeval, 26 procent kreeg een dodelijk verkeersongeval zonder botsing. Zij vielen van de fiets, gingen onderuit met de motor of sloegen over de kop met de auto. Achttien procent overleed na een botsing met een boom, paal of ander vast object.
Meeste verkeersdoden in Gelderland en Zuid-Holland
In 2021 vielen de meeste verkeersslachtoffers in Gelderland en Zuid-Holland, elk met 94 verkeersdoden. In deze provincies is het aantal verkeersdoden in 2021 gestegen. In Noord-Brabant vielen voor het eerst in zeven jaar niet de meeste dodelijke verkeersslachtoffers. Ook in Overijssel, Zeeland, Noord-Brabant, Limburg nam het aantal verkeersdoden af. In Zeeland halveerde het aantal verkeersdoden, van 22 in 2020 naar 11 in 2021. Zeeland is in 2021 de provincie met de minste verkeersdoden. Het aantal dodelijke verkeersslachtoffers in Noord-Holland bleef op hetzelfde niveau als in 2020.
Bronnen