Het aantal gevallen van de huidkankervorm melanoom neemt onder 65-plussers veel sneller toe dan bij jongere patiënten. Tegelijkertijd blijkt dat de breslowdikte van deze melanomen bij oudere melanoompatiënten minder duidelijk daalt ten opzichte van hun jongere lotgenoten; de breslowdikte is een van de belangrijkste voorspellers van de overlevingskansen van de patiënt. Dit blijkt uit onderzoek van Harald Hoekstra en Schelto Kruijff van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij publiceren deze week over hun onderzoek in British Journal of Cancer.
Tussen 1994 en 2008 zijn in Nederland ruim 40.000 melanoomdiagnoses gesteld, blijkt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie. Bij meer dan 90% van deze melanoompatiënten was de breslowdikte bekend.
Uit het onderzoek van Hoekstra en Kruijff blijkt dat het aantal gevallen van melanoom jaarlijks met 5,4% toeneemt onder 65-plussers, tegen een toename van 3,9% bij patiënten onder de 65. Het percentage jongere patiënten met een dik melanoom, dit is bij een breslowdikte van meer dan 4 mm, daalt. In 1994 had 16% van de mannen en 10% van de vrouwen een dik melanoom, terwijl dit in 2008 nog maar respectievelijk 9 en 5% was. Bij de oudere melanoompatiënt daalt dit percentage aanmerkelijk minder snel: van 25 naar 19% bij de mannen en van 20 naar 18% bij de vrouwen. Bij zowel oude als jonge patiënten neemt het aantal dunne melanomen, minder dan 1mm, toe. De overleving is bij oudere patiënten met melanomen ongunstiger ten opzichte van 65-minners; dit ongeacht de breslowdikte en ongeacht de plaats waar het melanoom zich bevindt.
De melanomen kunnen groter en dikker worden als ze pas in een laat stadium worden ontdekt of herkend. De onderzoekers geven enkele oorzaken aan voor het feit dat juist ouderen meer melanomen hebben. Dit kan liggen aan het afgenomen vermogen om bepaalde details nog te zien, aan een afgenomen flexibiliteit en een sociaal isolement. Hoekstra en Kruijff pleiten voor landelijke voorlichtingscampagnes over het herkennen van melanomen, speciaal voor ouderen.