Betere samenwerking tussen huisarts en ouderengeneeskundige ‘kostenbesparend’. Medisch studenten moeten al vroeg in de opleiding kennismaken met ouderengeneeskunde. Dit benadrukken Nienke Nieuwenhuizen, voorzitter van Verenso, de vereniging van specialisten ouderengeneeskunde en ANBO-directeur Liane den Haan.
Te weinig kennis over senioren
Deze week verscheen het rapport van Leyden Academy waarin, met het oog op de vergrijzing, gepleit wordt voor meer aandacht voor ouderen in medische opleidingen. De nadruk in de basisopleiding ligt nu vooral op patiënten van jonge en middelbare leeftijd. Er is dan ook weinig kennis over senioren bij basisartsen. “Bij specialisten ouderengeneeskunde is die expertise wél aanwezig,” aldus Nieuwenhuizen. “Wij pleiten daarom voor het beter borgen van de kennis over de ouderengeneeskunde in de medische opleiding. Bijvoorbeeld door een verplicht coschap in een verpleeghuis bij de specialist ouderengeneeskunde. Dit levert een bijdrage aan de kwaliteit.”
Patiënten willen samenwerking
Artsen moeten weten welke rol huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde hebben in de zorg voor ouderen. Den Haan: “Uit recent onderzoek van ANBO en Verenso onder senioren blijkt dat zes op de tien (59%) deelnemers graag een betere samenwerking willen tussen de huisarts en de specialist ouderengeneeskunde. Dat is ook broodnodig, want de specialisten ouderengeneeskunde hebben zicht op ouderdomsverschijnselen en ziekten. De samenwerking moet worden gestimuleerd. Meer uitwisseling van kennis leidt tot vroegtijdiger en effectievere aanpak: dat werkt kostenbesparend.”